Dankzij de druk die door ons hart uitgeoefend wordt, kan het bloed door ons lichaam circuleren. Dit zorgt ervoor dat onze organen de benodigde voedingsstoffen en zuurstof aangeleverd krijgen.
Het bloed dat door het hart naar buiten gepompt wordt, oefent druk uit op de aderwanden. Deze druk noemt men tensie of bloeddruk.
Wanneer het hart samentrekt om het bloed uit te stoten, kan de bovendruk of systolische druk gemeten worden. Wanneer het hart weer ontspant en het bloed uit de aderen naar binnen zuigt, neemt de druk in de slagaders af en bereikt het zijn minimum. Op dat moment kan de diastolische druk of onderdruk gemeten worden.